Alternatieve feestbubbels: Limoux, Luxemburg en België

donderdag, 26 december, 2013 - 17:00
wijntips

 

Tip 1: Limoux (Frankrijk)

In de Languedoc bubbelen ze al langer: de mousserende wijnen van het Zuid-Franse Limoux horen beslist thuis op de feesttafel. Deze bubbels komen hoofdzakelijk in twee basisappellaties voor: AOC Blanquette de Limoux, met de Mauzac als dominante druif, en als AOC Crémant de Limoux met voornamelijk Chardonnay en Chenin blanc als basis. Ook treffen we geregeld flessen aan onder de AOC Limoux. Volgens de overlevering zou deze regio zelfs dé bakermat zijn van alle bubbels, aangezien de monniken van de abdij van Saint-Hilaire reeds in 1531 de eerste sprankelende wijn maakten volgens de méthode rurale. Daarbij vindt de tweede gisting (die het koolzuurgas, dus de belletjes, veroorzaakt) niet plaats op de fles zoals bijvoorbeeld bij champagne, maar op vat. Puur technisch beschouwd gaat het daarbij niet om een klassieke tweede gisting, maar een verder gezette eerste fermentatie, but who cares? Belangrijke troef van de Limoux-bubbels is ongetwijfeld hun prijskaartje: het grootste deel van het aanbod situeert zich tussen de 10 à 15 euro per fles.

Tip 2: Crémant de Luxembourg (Groot-Hertogdom Luxemburg)

Iedereen kent natuurlijk de Franse Crémants, maar we vergeten vaak dat ons kleine zuiderbuur als enige ‘outsider’ ook deze titel mag voeren. De appellation Crémant de Luxembourg werd gecreëerd in 1991 en spiegelt zich qua maakproces en spelregels sterk op de Franse wetgeving. Want net zoals bij een Crémant de Loire of Crémant d’Alsace ondergaat de wijn een dubbele gisting en moet minimaal 9 maanden in de kelders rusten. Bovendien maakt de Luxemburgse variant gebruik van voldoende originele druivensoorten uit de Moezelstreek, zoals de Elbling, Pinot Blanc en Riesling – elk wijnhuis hanteert daarbij zijn eigen blend -, naast Pinot Noir voor de rosé's. Deze laatste zijn tussen haakjes soms verbluffend lekker en kosten een pak minder dan bijvoorbeeld roze champagne. Ander pluspunt van de Luxemburgse Crémant, waarvan er jaarlijks toch zo’n 2 miljoen stuks worden geproduceerd: de Bruts smaken  doorgaans enorm lichtvoetig verfrissend. Ze dienen dan ook jong gedronken.

Tip 3: Belgische bubbels

Maar waarom alleen kijken naar onze buren, terwijl er in eigen land steeds betere bubbels worden geproduceerd? Belletjeswijnen die in blindproeverijen kunnen concurreren met hun bekende Franse neven, ze geregeld ook kloppen? Zo werd de Chardonnay van Meerdael in 2010 op het Concours Mondial zelfs verkozen tot ‘beste schuimwijn van de wereld’. Ons doorgaans vaak te koude en vooral natte klimaat lijkt inderdaad bijzonder goed geschikt om er mousserende kwaliteitswijn te maken, omdat ze de fraîcheur gegarandeerd blijft. Tenslotte ligt de Champagnestreek slechts op zo’n 250 km van ons land, eveneens in een vrij noordelijke, koelere zone. De meeste Belgische bubbels volgen qua druivensamenstelling het Franse model, met de klassiekers Chardonnay en Pinot Noir als ruggengraat. Vaak zijn ze in het glas amper te onderscheiden van de raditionele champagne. Maar we vinden ook cuvées, zoals de ‘Goud Brut’ van Schorpion, waarin eveneens Pinot Gris en Pinot Blanc worden gemengd. Als u dus ‘bubbels van eigen bodem’ wil drinken, zoek dan vooral naar namen als Meerdael, Genoels-Elderen, Schorpion, Crindael of Clos des Agaises. Eén nadeel: zoals alle Belgische wijnen is de productie kleinschalig en dus relatief duur. Belgische bubbels starten daarom rond 14 à 15 euro de fles.