Biologische wijn: hype of trend?
Tip 1: Chaos
Wie naar biologische wijn zoekt in de rekken, heeft het niet makkelijk. Want niet alleen vermelden de meeste (rug)labels vaak niet eens over welk type wijn het gaat, maar bovendien bestaat er geen sluitende wetgeving over alle bio-begrippen die circuleren. Er is wel een recente Europese wetgeving ter zake, maar die beperkt zich tot enkele basisregels – bijvoorbeeld rond sulfiet of andere additieven – en wordt zelfs door de Amerikaanse wetgever gecontesteerd. Een Europese ‘biologische’ wijn is bij de export richting VS dus niet eens bio genoeg. Vandaar dat er chaos heerst op onze wijnetiketten: begrippen als biologische , duurzame, natuurlijke, organische of biodynamische wijn – of nog ‘lutte raisonnée’ – worden vaak nog lukraak door elkaar of naast elkaar gebruikt. Dat werkt zeker niet bevorderlijk voor ons eindconsumenten.
Tip 2: Certificatie
Bovendien is er nog een andere factor die de biologische wijnwereld verdeelt: is de wijn ook officieel gecertificeerd of niet? Deze certificatie worden door diverse grote instellingen verleend, na een grondige screening van het convertieproces van een wijngaard richting ‘bio’. Wijnbouwers die een dossier indienen worden gedurende minimaal drie jaar (en langer) gecontroleerd op hun praktijken in de wijngaard en kelders, mogen dan bepaalde technieken of chemische producten niet meer toepassen en dienen ook een gedetailleerd lastencahier bij te houden. Bovendien zijn er na de erkenning ook geregelde controles, want kan in principe ook ingetrokken worden. Probleem is echter dat een heleboel ‘natuurlijk’ werkende domeinen niet willen weten van dergelijk certificatieproces. Ze vinden het tijdrovend, te duur en bovendien een serieuze inmenging in hun interne keuken.
Tip 3: Robotfoto
Laat ons daarom zelfs eens een paar karaktertrekken van een biologische of natuurlijk wijn oplijsten. Idealiter is het een cuvée waaraan zo weinig mogelijke chemische middelen te pas komen. Dat betekent: kunstmest is taboe, evenals pesticides of onkruidverdelgers. Bedoeling is de biodiversiteit in en rond de wijngaard te stimuleren. Waar mogelijk worden daarom ook natuurlijke hulpmiddelen ingeschakeld om eventuele plagen in de wijngaard af te remmen en de lokale flora/fauna te beschermen. Dat gaat soms ver: zo ken ik een Zuid-Afrikaans domein waar een kudde Peking-eenden elke dag doorheen de 100 hectare struint om er de duizenden slakken die aan de druivelaars knagen op natuurlijke wijze te vernietigen, lees op te eten.
Tijdens het maakproces van een biowijn probeert men bovendien zoveel mogelijk additieven te vermijden (zoals sulfiet), gebruikt men geen gekweekte gistculturen en tracht men eigenlijk zo min mogelijk in te grijpen, om zo het ‘terroir’ maximaal in het eindproduct te krijgen. Ook klaring en filtering van de wijn gebeuren niet of nauwelijks. Bij een biodynamische cuvée, op papier het summum onder de biowijnen, gaat men nog een stapje verder. Daar volgt de wijnmaker volgens de Steiner-filosofie zelfs nauwgezet een maandkalender voor elke handeling in de wijngaard of vinificatiekelder. Er wordt niet geplant, geplukt, geproefd of gebotteld zonder dat eerst de maancyclus wordt bekeken.
Tip 4: Kwaliteit
Rest dé sleutelvraag: is biologische wijn per definitie altijd beter? Om eerlijk te zijn: neen! Jaarlijks proef ik duizenden flessen, zowel ‘natuurlijke’ als ‘gewone’ wijnen in allerlei prijsvorken. En in beide categorieën ontdek ik zowel kanjers als klungelaars. Zo zijn er biologische wijnen die echt stinken naar paardenstal, gedroogde geraniums en natte potaarde en zo licht van kleur zijn dat het lijkt alsof ze met water werden aangelengd, terwijl andere gespierde toonbeelden van finesse, fruit en fraîcheur zijn. Want tenslotte komt het in de praktijk toch allemaal neer op het talent en passie van de wijnmaker (m/v), niet op een theoretisch model. Ook al omdat ondertussen tienduizenden familiedomeinen hun wijn ook reeds zo natuurlijk mogelijk produceren, maar dit vaak niet eens op hun wijnetiket vermelden. Ze willen er geen marketingstunt van maken, zo klinkt het geregeld.
Kortom, het komt weer op onze oude wijsheid aan: de waarheid van elke wijn schuilt in het proefglas, niet in zijn papieren certificaat.