De Biersommelier - De D van Dubbel
De Cisterciënzer orde van de Stricte Observantie werd gesticht in de 12de eeuw door St. Bernardus van Clairvaux. Tijdens de Franse revolutie vluchtten de monniken vanuit Frankrijk naar de lage landen, waar ze nieuwe abdijen stichtten en de plaatselijke drank begonnen te maken: bier. Oorspronkelijk brouwden de paters enkel voor zichzelf, - ze beschouwden bier niet als een genotsmiddel, maar als een voedingsmiddel - maar geleidelijk – en vooral na de tweede wereldoorlog- begonnen ze uit noodzaak hun bier te verkopen. De Duitsers hadden immers veel koper in beslag genomen en vele abdijen waren beschadigd en moesten terug opgebouwd worden. Er bestaat eigenlijk geen Trappisten-bierstijl. De paters brouwen allemaal wel bier van hoge gisting, maar elk huis heeft een verschillende stijl van bieren ontwikkeld. Om zich te beschermen tegen de vloedgolf van commerciële abdijbieren creëerden ze in 1997 het “Authentic Trappist Product” label dat je op elke Trappistenfles ziet prijken. De meeste trappistenkloosters brouwen een Dubbel en/of een Tripel. Het begon eigenlijk allemaal met de Dubbels. Die soort is veel ouder dan de blonde, blonde trappisten kwamen veel later, zo rond de jaren dertig van vorige eeuw. Dubbel staat voor een donkerbruin bier van hoge gisting, tussen 6,5 en 8 graden alcohol sterk, met hergisting in de fles. Denk maar aan de Westmalle Dubbel, de Chimay Rouge, de La Trappe Dubbel, De Westvleteren 8 of de Rochefort 8. Dit zijn redelijk zware bruine bieren, de donkere mouten waarmee deze bieren gebrouwen worden bevatten immers veel suikers die door verhitting onvergistbaar zijn geworden, zodat ze in het bier achterblijven. En sommige brouwerijen gaan nog verder in de vergisting en brengen bieren van 9 graden (Chimay Bleu) of zelfs 11 graden ( Westvleteren 12 en Rochefort 10, La Trappe Quadrupel). Bieren waar je even moet voor gaan zitten, en die in hun smaakervaring doen denken aan rozijntjes, caramel, koffie, noten…ze hebben ook steeds een bitter toetsje op het einde, en dat maakt ze zo lekker. Het is dat bittertje dat de bieren uiteindelijk overeind houdt, want anders zijn ze te zoet van de hoge alcohol en de gebruikte mouten en kandijsuikers, nodig voor het hergisten. Eigenlijk moet je ze allemaal maar eens proeven, want de ene Trappist is de andere niet. Maar wat ze wel gemeen hebben: de Trappisten beperken hun productie, waardoor concessies aan de kwaliteit , vaak eigen aan grote volumes, overbodig zijn. Bovendien brouwen ze op ethisch verantwoorde wijze: de mens is belangrijker dan het winstbejag. Daarom zijn die bieren dubbel zo interessant!