De oorsprong van ... Advent
Wanneer de viering van de advent in de Kerk voor het eerst werd geïntroduceerd, kan met geen enkele vorm van zekerheid bepaald worden. De advent wordt voor het eerst vermeld in een boek van Gregorius van Tours (ca. 538-594), die schrijft dat St. Perpetus, een van zijn voorgangers, rond 480 een vastentijd van drie weken voorafgaand aan kerstmis zou hebben ingesteld. Of dit een nieuw gebruik was dan wel de bekrachtiging van een bestaande regeling is onduidelijk.
In huizen en kerken wordt de advent symbolisch zichtbaar gemaakt door een kaarsenstandaard of een adventskrans waarop vier kaarsen staan. Elke zondag wordt een extra kaars aangestoken. Op de laatste zondag voor kerst branden dan alle kaarsen.
Tijdens de adventsperiode wordt in kerken gebruikgemaakt van de liturgische kleur paars, de kleur van boete en inkeer. Alleen op de derde zondag van advent, Gaudete, kan de kleur roze gebruikt worden daar waar dit gebruikelijk is, om het feestelijke karakter van deze zondag weer te geven.