Hoeilaartse worden Vlaams-Brabantse druiven
In 1865 startte Felix Sohie in de Hoeilaartse wijk ‘Den Berg’ met de teelt onder glas van druiven, meloenen, aardbeien en vroege groenten. Hij kreeg veel navolging en in 1961, het absolute topjaar, telden Hoeilaart en het nabij gelegen Overijse bijna 35.000 serres, die meer dan 150.000 ton druiven produceerden.
Het verval trad in door de energiecrisis van begin de jaren zeventig. De meeste serres werden afgebroken of vervielen tot bergen roestig ijzer en kapot glas. In 2003 besloten drie druiventelers, Filip Luppens, Hans Meyhi en Ronald Vanderkelen, gesteund door de burgemeester van Overijse, om een aanvraag voor BOB (Beschermde OorsprongsBenaming)-bescherming in te dienen bij Europa. Die werd in 2008 toegekend.
De ‘Vlaams-Brabantse tafeldruif’ mag sindsdien onder strikte voorwaarden gekweekt worden in de gemeenten Overijse, Hoeilaart, Huldenberg en Tervuren. Als rassen zijn de Royal-, Ribier- en Leopold III-druif toegelaten.