Ontkurkt - Kraak de kleurcode
Tip1: Zeg het met kleur
Wijnproeven – en eigenlijk ook gewoon wijn-genieten – begint met kijken. We doen het zelfs onbewust. Een mooie, heldere, fonkelende en vooral zuivere kleurspiegel en de wijn scoort meteen punten. Maar tegelijk is de kleurcode van de wijn ook verraderlijk, want vooral de voorbije decennia is onze blik op wijnkleur toch serieus veranderd. Met name bij rode wijn. Het aantal paarsglanzende, robijnrode wijnen waar je haast niet kan doorkijken, is enorm gestegen. Wijn daarentegen die bruinrood in het glas hangt, wordt door 9 op de 10 drinkers nu met argusogen bekeken.
Tip 2: Drie oorzaken
Vanwaar deze verschuiving?
Dat komt primo omdat we als consument onze flessen almaar jonger soldaat maken, dus de piepjonge, paarsrode kleur is dan haast nog vanzelfsprekend.
Een tweede verklaring is dat er sinds 15 à 20 jaar vooral uit de zogeheten Nieuwe Wereld (Australië, Chili, Argentinië,..) massaal diepgekleurde cuvées op onze markt kwamen. Betaalbaar bovendien, zodat meer mensen ze ontdekten.
En ten derde: de oenologie, de wijnwetenschap, heeft ervoor gezorgd dat er nu massaal meer kleurintensiteit aan de druiven wordt onttrokken. Deze intensiteit hangt immers voor een flink stuk af van de tijd dat de schillen in contact blijven met de most.
Die drie factoren samengebundeld maken dat onze visie op de wijnkleur serieus afwijkt van wat de vorige generaties erover dachten.
Tip 3: Kleur verraadt wat volgt
Kleur is natuurlijk een tijdelijk fenomeen. Naarmate een wijn immers rijpt, veroudert/verzwakt ook zijn kleurspectrum. Zelfs als het gaat om druiven die van nature zeer veel kleur leveren, zoals Shiraz, of een vinificatie die vooral mikt op fruit -en kleurconcentratie. Rode wijn kan diverse stadia doorlopen van inktachtig violette-rood, over medium-getaand tot echt okerkleurig verbruind of dakpannenrood (tuilé in het Frans). Het principe hier: hoe ouder de fles, hoe hoger de kans op verbruining. Wij krijgen rimpels, de wijn verkleurt.
Bij (droog) wit ligt het parcours enigszins anders. Daar starten de meeste wijnen groenglanzend strogeel, soms zelfs haast parelmoer, en worden naargelang ze evolueren vaak honinggeler. Zoete dessertwijn worden zelfs pure amber als hij de seniorleeftijd bereikt.
Kortom, uit de kleur kan u al enigszins afleiden of uw wijn nog een puber of een bruggepensioneerde is, dus nog eerder jeugdig, geconcentreerd fruit zal dragen of zich qua boeket en smaak al meer – hopelijk rijk - ontplooid heeft.
Tip 4: Ufo’s in het glas
Er zijn natuurlijk nog andere signalen waar u kan opletten.
Bijvoorbeeld: oogt de kleur wel zuiver? Met andere woorden, ontdekken we geen onverwachte belletjes – als het een droge wijn betreft – of is de wijn troebel en drijven er ufootjes in? Bij 99% van de wijnen wijzen zo’n fenomenen op een ernstige wijnmaakfout, zoals nagisting. Of een slechte stockage bij u thuis.
Ander aandachtspunt: traant de wijn enthousiast (= viscositeit)? Tranen zijn de slakkenspoortjes die tegen de glaswand kleven bij het inschenken of walsen/draaien met het glas. Het is geen vaste regel, maar meestal wijst een tranentsunami er op dat de wijn ook behoorlijk wat alcohol bevat.
Kleur is dus de portier van de wijn, die al suggereert wat u binnen mag verwachten.