Ontkurkt - Smaakt sekt soms sexy?

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:11


Tip 1: Belabberd imago

We draaien niet rond de pot: veel sekt is banaal en ‘goedkoop’ in alle betekenissen van het woord. Het gaat dan om producten die amper 3 à 5 euro kosten en waarvan de bubbels een eerder artificiële, wat zoeterige nasmaak laten. Bovendien kent de gemiddelde Belg zo goed als niets van de herkomst, het productieproces, de stijlen of de kwaliteitscategorieën die onder de noemer ‘sekt’ vallen. En wat men onvoldoende kent, drinkt men zelden. Kortom: sekt staat zeker niet numero uno op onze bubbelhitparade.

En dat is eigenlijk vreemd, als we bedenken dat sekt momenteel de belangrijkste belletjesindustrie ter wereld vormt, want in bepaalde oogstjaren produceren onze oosterburen vlotjes een half miljard flessen. In doorsnee-jaren schommelt het rond 350 à 375 miljoen stuks, waarmee ze moeiteloos de productie van cava of champagne overtroeven.

Tip 2: Historische belletjespioniers

Vreemd ook, omdat de Duitse sekt oude wortels heeft. Vanuit de Champagne sijpelde begin de 19de eeuw immers geleidelijk de kunst van de méthode champenoise door naar andere Europese landen, met Duitsland op kop.  Reeds in 1826 richtte George Kessler de eerste succesvolle sektkellerei op, al snel gevolgd door talrijke concurrenten. Dat Duitsland tot de pioniers van bubbels behoorde, is logisch, want de eerste champagnehuizen hadden talrijke Duitse verkopers op hun loonlijst staan. Veel van deze ex-agenten stichtten vervolgens in Champagne hun eigen huizen, waaronder het nu nog altijd bekende Krug en Bollinger. Gestimuleerd door deze successen en cultuurverbondenheid ontwikkelde de Duitse sekt-industrie zich parallel aan razend tempo. Maar helaas vaak meer in de richting van kwantiteit dan kwaliteit.

Tip 3: Een heus stijlcircus

Om de grote voetbalfilosoof Johan Cruijff te parafraseren: “Een voordeel kan ook een nadeel zijn”, en dat geldt zeker voor sekt. Er gaat immers een enorme variatie van dit product onder kurk of stop, zowel qua druivenrassen, maakprocessen (de goedkopere tankmethode is momenteel nog veel populairder dan de betere, maar duurdere methode traditionelle) als origines. Deze moussewijn vinden we immers niet in één afgebakend herkomstgebied terug, maar verspreid over de Ahr, Mosel-Saar-Ruwer, Mittelrhein, Franken, Rheinhessen, Nahe, Pfalz, Württemberg, Baden en Hessische bergstrasse, in totaal goed voor zo’n 1900 geregistreerde producenten. De meeste sekt wordt weliswaar in de wijngebieden van de Moezel en Rijn gebotteld.

Tip 4: De handicaps

Dat sekt voorlopig niet massaal in onze glazen schuimt, heeft nog twee andere redenen.

De Grote dorst van de Duitsers zelf verklaart veel: elke oosterbuur drinkt per jaar namelijk makkelijk 5 liter sekt op. En alhoewel we ook in onze Belgische rekken steeds meer sekt-merken ontdekken, blijft de export ervan toch vrij beperkt, zeker vergeleken met de toevloed van champagne of cava.

Maar misschien wel de grootste handicap richting meer populariteit is het feit dat de meerderheid van deze Duitse schuimwijn niet wordt samengesteld met inheems druivenmateriaal. U leest het goed: Duitse druiven zijn daarvoor vaak te duur en daarom wordt tot 90% van alle druiven of zelfs ‘stille’ wijn voor sekt in Italië, Frankrijk, Spanje of andere EU-landen aangekocht, om op Duitse bodem verwerkt te worden. Authenticiteit nul komma nul.

Tip 5: Hoe de sexy sekt herkennen?

Maar niet getreurd, er is toch voldoende lekkers op de markt. Om ze te vinden loont het écht de moeite om het label te bekijken. Pas als u ‘Deutscher Sekt’ leest - en niet gewoon ‘sekt’ -, zijn er gegarandeerd Duitse druiven in het spel. Staat er ‘Deutscher Sekt bA’ of ‘Deutscher Qualitätsschaumwein’ op het etiket, dan komen de gebruikte druiven zelfs uit een specifiek afgebakend kwaliteitsgebied. Sekts van hogere kwaliteit vermelden bovendien ‘Flaschengärung’ of zelfs ‘Klassische Flaschengärung’. Dat vormt dan weer de garantie dat de wijnmaker de sekt heeft gemaakt volgens de klassieke techniek van champagne, dus met 2de gisting op fles. Wat betekent: de kans op een mooie kwaliteit stijgt, evenals de prijs, want deze hoogkwalitatieve sekt ligt nooit aan 4 à 5 euro in de rekken. En in theorie the top of the bill tenslotte vormt de ‘Jahrgangsekt’, die zelfs uit één specifieke oogst stamt. 

Gelukkig zijn er in Duitsland de laatste decennia veel kleine privékelders en coöperatieven bijgekomen, die zich op deze betere Duitse kwaliteitssekt gingen concentreren. Het vraagt dus misschien wat speurwerk én u moet bereid zijn om zeker 12 à 15 euro te betalen, maar het verschil met de ordinaire ‘Perlwein’ zal zelfs voor een beginner meteen duidelijk zijn.