Ontkurkt - Uit de greep van de Retsina

dinsdag, 13 september, 2011 - 17:12


Tip 1: Imago gezocht

Hoewel jaarlijks honderdduizenden landgenoten zee, zon & fun opzoeken in Griekenland, heeft de lokale wijnindustrie nauwelijks een serieus imago bij de drinkende Belg/Vlaming. Zeker als het op streken, druiven, appellatie of domeinnamen aankomt, moeten velen forfait geven.

Vaak kunnen ze het Griekse alfabet niet eens ontcijferen op het etiket.

Op Retsina na dan, dat kwalitatief wel onderaan de ladder bengelt en tussen haakjes voor het merendeel zelfs in Duitsland wordt gefabriceerd.

Veel wijnfans hebben tevens de indruk dat het met Griekse herkomstbenamingen of kwaliteitscontrole even slecht gesteld is als met hun economie: veel improvisatie en gesjoemel, weinig spelregels of authenticiteit.

Tip 2: Spieken bij Frankrijk

En toch is deze redenering fout, want Griekenland bezit zelfs al vier decennia een wetgeving die herkomstbenamingen beschermt. Toen het land in 1981 lid werd van wat nog de Europese Gemeenschappelijke Markt heette en nu Europese Unie,  was er reeds 10 jaar een eigen appellatiewetgeving in voege, die zich spiegelde aan het Franse AOC-systeem. Kwaliteitsregio’s werden er ook onderverdeeld op basis van criteria als de ‘pedigree’ en historische rol van bepaalde druivenrassen, de bodemsamenstelling, de ligging en oriëntatie van de wingerd, het rendement per ‘stremma’ (1 stremma = 1/10 van een hectare), de suikerniveaus, het effect van oenologische ingrepen (bvb. de duur van de vatlagering) et cetera. Op zich natuurlijk nog altijd geen waterdichte garantie op kwaliteit, maar beslist een serieuze vertrekbodem.

Tip 3: Een mondje Grieks

Van naaldje tot draadje uitleggen hoe het Griekse wijnsysteem in elkaar zit, is onmogelijk, dus beperken we ons tot de basics.Momenteel telt Griekenland eigenlijk 4 grote appellatieniveaus, waarvan de top wordt gevormd door een 25-tal OPAP’s (Onomasía Proeléfseos Anotéras Piótitos), zeg maar appellations contrôlées in rood en wit, plus een 7-tal OPE’s (Onomasía Proeléfseos Eleghoméni), eveneens gecontroleerde herkomstbenamingen maar die vooral zoete muskaatwijnen overkoepelen. Een aantal populaire OPAP’s die u op het etiket kan aantreffen zijn bvb. Naousa, Nemea, Rhodos, Santorini, Goumenissa, Limnos of Sitía. Onder deze twee topcategorieën liggen nog 2 lagere appellatieniveaus, die eerder als proeflaboratorium voor ‘nieuwe’ wijntypes -of stijlen (kunnen) fungeren, bijvoorbeeld door in -en uitheemse druiven met elkaar te mengen. Zo zijn er reeds een goede 140 reeds ‘Topikos  Inos’ erkend, de Griekse evenknie van de Franse landwijn of Italiaanse IGT. Onderaan de kwaliteitsladder en qua volume nog steeds de belangrijkste groep bevinden zich de tafelwijnen of Epitrapezios Inos. De verschillen kunnen enorm zijn: het loopt van fruitarme, overrijpe en banale bulkwijntjes tot originele, lekkere cuvees, gevinifieerd door wijnmakers die profiteren van de soepeler spelregels om hun ding te doen.

Tip 4: Druiven van eigen bodem

Deze eigen appellatiewetgeving had nog een ander voordeel: de inheemse druivensoorten werden op die manier extra beschermd, waardoor Griekenland nu veel authentieke variëteiten kan verwerken die nergens anders aangeplant staan. Want alleen in Griekenland treffen we nog rassen aan als Assyrtiko, Xynomavro, Mavrodraphne, Moschofilero of Agiorgitiko. De naar schatting 150.000 hectare Grieks druivenareaal telt inderdaad een 300-tal lokale variëteiten. Als beginner kan u in wit vooral starten met cuvees op basis van Assysrtiko (vooral populair op de Cycladeneilanden, met Santorini als top) en Moschofilero, een heuse parfumbom. Kijk in rood vooral naar de Agiorgitiko. Dé blauwe sterkhouder van Hellas, verkrijgbaar in 1001 gedaanten, van fruitsimpel à la Beaujolais Nouveau tot eikgelagerde, krachtige en kruidige versies.

Tip 5: Het Retsina-spook

Nog twee slotbedenkingen. Eén: Griekenland telt ook zijn ‘trendy’ wijnregio’s. Veel inkt vloeit tegenwoordig over de appellaties ‘Drama’ en ‘Kavala’, ooit door een Brits wijnmagazine bestempeld als “… the most exciting and upcoming regions in Greece” en “the Bordeaux of Greece”. De wijnen uit ‘Drama’ leveren eerder gespierder wijnen à la Médoc,  terwijl in ‘Kavala’ rondere wijn à la Saint-Emilion wordt geproduceerd.

En twee: laten we duimen dat de economische crisis die Griekenland nu zwaar treft de lokale wijnindustrie en haar inspanningen niet verlamt. Want als de Grieken de komende 10 à 15 jaar alleen maar kunnen bezuinigen (dus: weinig investeringen) en het toerisme bovendien in elkaar zakt, zal de kwaliteitsgerichte wijnbusiness één van de eerste slachtoffers zijn. En duikt het spook van de Retsina weer op...