Wat je moet weten over mosselen

Maar waar komen ze eigenlijk vandaan, hoe kan je ze bewaren en op welke manier kan je ze het best bereiden?  

Zeeuwse mosselen worden gekweekt in de Oosterschelde en de Waddenzee, maar beiden krijgen wel het keurmerk ‘Zeeuwse mosselen’.Vanuit de vissersdorpjes: Yerseke, Philippine, Zierikzee en Bruinisse varen dagelijks verschillende mosselkotters uit om de volgroeide mosselen op te vissen en klaar te maken voor consumptie.

Er bestaat heel wat verwarring over wanneer het mosselseizoen juist valt. We kunnen hier geen exacte datum opplakken maar doorgaans begint het seizoen vanaf midden juli en duurt het tot half april het jaar erop.De start van het mosselseizoen is afhankelijk van het groeiproces van de mosselen. In de seizoenen die de letter ‘r’ bevatten (zomer, herfst en winter) kan je alvast van deze Zeeuwse lekkernij genieten.

Mosselen bewaar je het best onderaan in de koelkast op een temperatuur onder 7°C. De houdbaarheidsdatum van de mosselen staat steeds vermeld op de verpakking.

Mosselen die bij het openen van de verpakking een beetje open staan hoef je zeker niet onmiddellijk weg te gooien. Houd de mossel met de bolle kant aan de onderzijde onder koud water en tik de schelp tegen de rand van het aanrecht. Na even wachten zal de schelp zich opnieuw sluiten. Ook mosselen die na het koken dicht blijven hoef je niet onmiddellijk weg te gooien. Deze mosselen hebben een stevigere sluitspier en zijn dus nog perfect eetbaar. Je kan ze voorzichtig proberen openen maken met een mesje.

Mosselen bereid je in een ‘klassieke’ mosselpan. Een goede mosselpan is groot, breed en laag zodat de mosselen niet teveel op elkaar zitten. Dit zorgt ervoor dat het kookproces wordt versneld. Neem eveneens een niet te dikke pan zodat de mosselen niet te veel doorgaren en droog of taai worden.

Wat je zeker ook moet bewaren is het kookvocht van de mosselen. Rauwe mosselen geven een heerlijk zilte smaak af wat erg aromatisch is om te gebruiken als bouillon voor visgerechten of sauzen.