Wijntips: Warm-up voor winterwijnen (Deel 2)
Tip 1: Piemonte
Deze Noord-Italiaanse wijnstreek ten zuiden van Turijn lijkt wel voorbestemd om de winter van onze tafel te verdrijven. Dit is het moment om de rijpere Barolo’s of Barbaresco’s te ontkurken. Vooral de betere Barolo’s, net zoals Barbaresco met de Nebbiolo-druif als ruggengraat en enkele jaren houtrijping, presteren nu pico bello.
Het hoeven niet noodzakelijk riserva’s te zijn, die nog eens extra lang op eik verbleven. Maar een exemplaar van minimaal vijf jaar of ouder staat nu klaar om u te verwarmen.
Tip 2: Aglianico
Minder gekend is de nochtans uitstekende druif ‘Aglianico’, vooral populair in de Italiaanse regio Basilicata en Campania. De meeste cuvées zijn mineraal, diepgekleurd en donkerfruitig, beschikken over een ferme dosis tannines en kunnen goed verouderen.
Kies vooral de appellaties Taurasi, Aglianico del Vulture, Castel del Monte, Irpinia of Biferno.
Tip 3: Priorat(o)
Alhoewel Spanje stikt van de warmbloedige appellaties met een hoog zon-gevoel die ons de wintermaanden laten doorkomen, is er eentje dat speciale aandacht verdient: Priorat. Afkomstig uit Catalonië en meer bepaald de provincie Tarragona, bezitten deze wijnen (slechts als tweede na Rioja) zelfs de hoogste Spaanse kwaliteitsstatus van DOCa. De wijngaarden liggen er op steile, vaak terrasvormige hellingen en onttrekken hun mineraliteit meestal aan de unieke llicorella-bodems. Priorat is per definitie het eindproduct van lage opbrengsten, met de Cabernet Sauvignon en Syrah als druivenpartners voor de Grenache, meestal zelfs trossen van zeer oude (kwaliteits)stokken.
Let wel: deze krachtige cuvées zijn doorgaans niet goedkoop, maar ze kunnen desnoods nog jaren in de kelder rijpen en lonen na enkele jaren geduld – pakweg 5 à 7 jaar na botteling – zeker de moeite.
Tip 4: Syrah en Shiraz
Altijd prijs voor wie deze zusterdruiven op tafel zet, of de fles nu een Frans etiket (vooral Rhône!) dan wel een Australisch label (Barossa Valley, Clare Valley, Adelaide Hills,…) draagt.
En tegenwoordig belanden er steeds fruitgespierder versies uit andere Nieuwe Wereld-productiegebieden in onze rekken. Vooral Zuid-Afrika en Chili scoren steeds sterker, vooral in het reserve-genre. Hun prijsniveau ligt bovendien vaak nog zeer interessant.
Tip 5: Pinotage
”Pinotage is not for sissies “, zo verklaarde ooit een Kaapse wijnmaker. We hebben al eerder ons boontje getoond voor deze fruitgedreven Kaapse druif die in 1925 ontstond door de pinot noir en cinsault te kruisen. We vinden Pinotage echter in veel variaties. Vooral in zogeheten ‘Cape blends’, de Kaapse druivenmix waarin ze wettelijk 30 à 70% van moet uitmaken, of in de solo-cuvées, al dan niet eikgelagerd. Soms zelfs in versterkte portachtige versie. Typisch voor deze fruitzotte variëteit zijn nochtans altijd de aroma’s én smaken van o.a. banaan, bramen, tropische vruchten, pruimenjam en zelfs een gerookte toets. Groot voordeel: zelfs piepjong is Pinotage al drinkbaar en toegankelijk.
Tip 6: Zinfandel
We komen deze Californische sterdruif, die afstamt van de Italiaanse Primitivo en haar Kroatische moederstok, helaas nog te weinig tegen in onze rekken. Jonge, spotgoedkope Zinfandel kan wel lekker smaken zomers indien koel geserveerd, maar kies nu toch maar liever voor de complexere cuvées. Die bezitten immers méér kleurintensiteit, body, specerijen (peper!) plus vlezige fruitpower, vooral met o.a. impressies van bosaardbeien, cassis, pruimenmarmelade, krenten en frambozen, meestal ook afgerond door een toasty eiktoets.
Ideaal bij alle vleeswerk, ook wild.