Koekjes maken en bewaren

Er zijn verschillende manieren om koekjes te maken en te bakken, een overzicht:

• Zacht deeg wordt met theelepels tegelijk op een bakplaat gelegd en vloeit tijdens het bakken uit.

• Een stijver deeg dat in de oven zijn vorm behoudt, wordt uitgestoken en op de bakplaat gelegd.

• Een beslag kan ook eerst goed gekoeld en dan met een spuitzak op een bakplaat of in een vormpje gestoken. Bvb Madeleines en Lange Vingers.

• Een beslag wordt in 1 groot blik gebakken en pas na afkoeling uitgestoken of gesneden.

• 'Ijskastkoekjes' zijn plakjes deeg die tot gebruik in de koelkast bewaard worden om dan uit te steken en af te werken.

Bakken en bewaren:

Omdat koekjes zo klein en dun zijn en zo veel suiker bevatten, worden ze in de oven snel bruin. De onderkant en de randen kunnen te donker worden terwijl het binnenste nog niet gaar is, een probleem dat je kan opvangen door de oventemperatuur te verlagen en lichtgekleurde bakplaten te gebruiken. Deze weerkaatsen de hittestraling, terwijl donkere bakplaten de hitte absorberen.

Koekjes bevatten weinig water en verliezen dus snel na het opslagen hun textuur. Knapperige, droge koekjes absorberen vocht en drogen uit. Vochtige koekjes verliezen vocht en drogen uit. Bewaar de koekjes dus luchtdicht.