Frangipane-taartjes
Ingrediënten
-
vel bladerdeeg
-
150 gr malse boter
-
150 gr amandelpoeder
-
150 gr bloemsuiker
-
150 gr bloem
-
2 eieren + 1 eierdooier
-
snuifje zout
-
vanillestok
-
abrikozenconfituur (zonder brokken)
Afwerking
-
dorure: 1 eierdooier + scheutje melk
-
suikerglazuur: bloemsuiker + water
Bereiding
Bekleed vier taartvormpjes, diameter 10 cm, met een vel kant-en-klaar bladerdeeg. Druk het deeg goed aan en verwijder het overhangende deeg aan de randen.
Maak van de overschotten van de deeg strookjes die je later in ruitvorm op het beslag aanbrengt. Probeer lange strookjes te maken die in 1 stuk van de ene rand tot de andere rand van de taartvormpjes reiken, bij het bakken gaan de strookjes krimpen.
Prik in het deeg enkele keren met een vork. Laat dit deeg rusten.
Bereid intussen de frangipanne. Meng de suiker en het amandelpoeder (broyage).
Splijt een vanillestok en schraap het merg eruit. Voeg dit bij de boter en roer dit tot de boter zeer mals en romig is.
Meng hier tekens een ei bij en een deel van de broyage tot alles is opgewerkt. Doe uiteindelijk de bloem erbij en meng alles goed.
Neem de vier taartvormpjes en smeer de deegbodem in met een laagje abrikozenconfituur.
Doe het beslag in een spuitzak en spuit deze in de taartvormen. Strijk de frangipanne met een plastic krabbertje lichtjes hol. Begin telkens in het midden en strijk de frangipanne naar de randen toe.
Versier de taartjes met de strookjes, doe dit in ruitvorm. Strijk de strookjes in met de dorure.
Zet de taartjes in een oven van 190° tot ze goudbruin zijn en je met een priem geen vochtige beslagrestjes meer meekrijgt nadat je in een taartje hebt geprikt (zo’n 40 min later).
Haal de taartjes uit de vormpjes en laat afkoelen op een rooster. Werk af met de suikerglazuur.
voor meer recepten ga naar VTMKoken.be